Tweeling

Tweeling

Hoe dol ik ook ben op kleindochter L. – een diva-achtige schoonheid achter wier lieftallig uiterlijk een eigenzinnig karakter schuilt – en uiteraard ook op mijn twee, even schattige, zeer van elkaar verschillende kleinzoons, geen van hen ontroert me zo als mijn kleindochters K. en R. Niet dat ze mooier, leuker, liever of slimmer zijn dan de anderen, maar omdat ze een eeneiige tweeling vormen. Twee prachtige meisjes voor de prijs van een, tel uit je winst.

Die twee zijn zulke exacte kopieën van elkaar dat zelfs hun moeder zich soms vergist, al ontkent die dat altijd met grote stelligheid. Begrijpelijk is dat wel. Alleen als je ze een beetje kent én heel goed kijkt, kun je de verschillen zien. De één een wat ronder koppie, de ander een iets ander gevormd voorhoofd. Beiden hebben verschillende kleuren ogen – een blauwgrijs en een groengrijs – maar die ogen spiegelen. De een heeft het grijsblauwe oog rechts, de ander links. Wonderlijk.

Eeneiige tweelingen hebben in principe hetzelfde DNA, dus het is des te opmerkelijker dat ze qua karakter zoveel verschillen.

R. is de geinponem van de twee. Ze trekt graag de aandacht met rare bekken, gek lopen of andere gedragingen waarmee ze de lachers op haar hand krijgt. Ze is ook dominanter dan haar zusje, slaat soms flink van zich af en neemt vaak het initiatief. Ze lijkt zowel uiterlijk als qua karakter het meest op haar moeder.

K. is introverter. Ze hoeft niet per se in het middelpunt van de belangstelling te staan en gaat vaak haar eigen weg. Ze is bovenal lief en zorgzaam. K. deelt haar snoepjes en troost haar zusje of broertje als die pijn hebben. K. is echt een schatje, zegt haar moeder. Qua karakter lijkt ze meer op haar goedmoedige vader.

Ik kan niet zonder ontroering naar die twee kijken. Het is vooral aandoenlijk om ze te samen te zien en horen spelen. Ze zijn inmiddels ruim tweeënhalf en voeren fantasierijke gesprekken. Ze spelen vaak moeder en baby, waarbij de rollen geregeld wisselen: dan is K. de baby en R. de moeder, dan is het weer andersom.

Vrijwel altijd verloopt dat spelen in harmonie, maar soms vliegen ze elkaar in de haren. Dan toont ook de zachtaardige K. dat ze flink van zich af kan bijten. Twee seconden later is de ruzie weer voorbij en zetten ze hun spel voort.

K. en R. zijn twee nagenoeg identieke wezentjes, maar hebben ieder hun eigen persoonlijkheid. Ze zijn zowel zusjes als beste vriendinnen. Hun in de baarmoeder gesmede band is onverbrekelijk. Dat maakt ze onoverwinnelijk.